De eerste dag van een reis is altijd cruciaal. Vaak bepaalt die al het ritme, de toon en de intensiteit van de hele reis. Op deze fietstocht naar de Balkan is dat niet anders: eerst stevig pedaleren en dan interviews afnemen in het opvangcentrum voor asielzoekers in Lommel. Ik vlieg er meteen stevig in. Het doel van de hele reis zit zo al samengebald in de eerste uren.
Die eerste uren en dagen ben ik nog niet alleen onderweg. Ik word nog even vergezeld door een fotografe van Veto. Anneleen is die eerste dagen een klankbord en veel meer dan dat.
We komen aan in het opvangcentrum Parelstrand. Bart van Fedasil stelt ons, zoals gevraagd, voor aan een paar Afghaanse asielzoekers die hun verhaal willen doen. Dat maakt ons natuurlijk blij. Het loopt allemaal gesmeerd. De mensen van Fedasil zijn hun afspraak nagekomen en onze eerste reportage ligt dus voor het grijpen. In een kille witte container met een paar ramen zitten Anneleen en ik tegenover Utmanzai. In gebrekkig Engels doet hij zijn verhaal. Zonder omwegen, rechtuit.
Al na één minuut zegt hij met een dun stemmetje: “Mijn vader werd vermoord door de Taliban.” Ik slik even, maar ga gewoon verder. Hij begint aan het lange verhaal van zijn moeizame vlucht naar Europa. Opeengepakt in containers zoals deze, maar dan zonder ramen. En te voet door donkere bossen om de grenzen te passeren.
Na vijf minuutjes komt Bart er even tussen. “Wanneer ge klaar zijt met hem, kunnen jullie nog praten met Hellal. Die heeft ook een geweldig verhaal,” zegt hij respectvol en correct. Ik voel dat Bart een warme mens is, die echt begaan is met de mensen die hier verblijven. Maar zo neergeschreven lijken die woorden plots wrang. Een geweldig verhaal.
Na het interview met Utmanzai is Hellal met zijn verhaal inderdaad tot onze beschikking. We zijn twee minuten ver in het volgende vraaggesprek. Hij schraapt de keel en zijn ogen worden week. “Op 26 juni vermoordde de Taliban mijn broer. Hij was zeventien.” Verder in het interview blijkt dat ze eigenlijk hemzelf wilden vermoorden, maar het is Omar geworden.
Het verhaal van Utmanzai kon nog niet bezinken of Hellal doet een al even hard verhaal over de mishandelingen die hij meemaakte in Bulgarije. Zonet was ik nog blij dat de reportage zou lukken en nu weet ik niet wat zeggen. Ergens voel ik schaamte. Schaamte dat ik vragen stelde en geen sorry zei voor die moorden waarmee ik niets te maken heb.
Ondanks dit wrange gevoel, ben ik net op tocht getrokken om onder andere deze verhalen te vertellen. Ik wilde zelf met vluchtelingen spreken. Ik wilde zelf horen waarom mensen hun leven wagen in een gammel bootje of in een donkere container. Ik wilde zelf die verhalen overbrengen, omdat ze te belangrijk zijn om niet verteld te worden.
En nog altijd wil ik dat, maar kort na die interviews lig ik toch even mentaal tegen het canvas. Anneleen en ik eten de laatste Belgische frietjes overwegend in stilte. Gelukkig zijn we met twee om dat gevoel te delen. En ietsje later met drie.
We mogen blijven slapen bij Vicky. Zij heeft als vrijwilligster meegewerkt aan het project 945 in beeld en heeft daarvoor gelijkaardige interviews met asielzoekers gedaan. Zij kent ons gevoel maar al te goed. “Zo’n interview komt binnen, hè. Ik ben daar soms twee weken niet goed van geweest. De intentie was om bij de andere een interne dialoog op gang te brengen, maar persoonlijk heeft dat ook bij mij een zware interne dialoog in gang gezet.”
Dat interne gesprek is ook bij mij zeker aan de gang en ik voel de noodzaak om die dialoog ook bij anderen los te weken. De eerste dag van Tegen de Stroom in was een zware en richtinggevende dag. De richting van de persoonlijke verhalen en niet de grote cijfers. De richting van de empathie en niet de oogkleppen. De richting van luisteren en niet roepen.
Ik ben dankbaar dat ik mag reizen zonder te vluchten. Ik ben dankbaar dat ik tegen de stroom in kán gaan en niet met de stroom mee móét gaan. Ik ben dankbaar dat ik mijn kleine steentje kan bijdragen aan de beeldvorming over “de vluchtelingen” en “de stroom” die ze vormen.
Maar soms is het goed om nog eens een stomp in de maag te krijgen.
Foto’s: Anneleen van Kuyck | Logo: Tim van Eijzeren
Sterk en aangrijpend! Zorg ook goed voor jezelf om het vol te houden.
Doe ik! 🙂 Voldoende rustdagen en het hoofd al fietsend leegmaken, blijken inderdaad nodig van tijd tot tijd. 😉
Brecht ‘zo ver van huis en toch zo dichtbij dank zij de moderne media.
Oma en Opa volgen Uw verhaal met een klein hart en vol bewondering.Moed en sterkte voor de vele verrassingen die U nog te wachten staan.
Oma en Opa
Fijn om te lezen! De techniek staat voor niets. 🙂
Dag Brecht. Je reportage over de situatie aan de Hongaars-Servische grens is interessant. Het is een weinig verteld verhaal, zeker in België: wat speelt er zich af in de Balkanroute nu de grens met Griekenland afgesloten is. Ik wilde je complimenteren, maar vond geen e-mailadres op je website. Stuur me eens een mailtje. Als je de ambitie hebt om je reportages elders te publiceren, heb ik misschien tips: kasper_goethals@hotmail.com